ANALYSE – De Apple Watch is het eerste écht nieuwe product van techreus Apple sinds de iPad. De eerste indrukken zijn wisselend. Dat hebben we eerder gehoord.

“Ze hebben een product gelanceerd dat de bestaande spelers in de industrie graag zullen willen verslaan: het is niet werkelijk vernieuwend. De geschiedenis leert dat de kans op succes beperkt zal zijn.”
• Clayton Christensen, auteur van The Innovator’s Dilemma, in een interview met Bloomberg

“Stopt te veel functies in één apparaat. […] Vraagt veel meer toewijding dan een gewone gebruiker zal willen investeren in het leren en onthouden van de bediening.”
• David S. Platt, auteur van Why Software Sucks…and What You Can Do About It, op zijn blog

“Niets meer dan luxe snuisterij die alleen een paar gadgetfreaks aan zal spreken.”
• Financieel journalist Matthew Lynn in een opiniestuk op Bloomberg

Drie citaten over een nieuwe vinding van Apple. Eentje die met veel bombarie werd aangekondigd tijdens een presentatie in San Francisco en waar de pers al maanden van tevoren niet over uitgesproken raakte.

De Apple Watch? Nee, het zijn drie uitspraken over de eerste iPhone. Juist, de telefoon die Apple tot waardevolste bedrijf ter wereld maakte en de smartphonemarkt op z'n kop zette.

De eerste reacties zijn in 2007 overwegend positief. Maar niet iedereen is overtuigd van Apple's poging om een mp3-speler, telefoon en internettablet in een apparaat te verenigen, zoals blijkt uit de bovenstaande quotes.

Bezwaren iPhone

Waar vallen de criticasters over als ze in 2007 met de iPhone geconfronteerd worden? Ze denken dat de iPhone te veel functies in een toestel propt en daardoor veroordeeld is tot de middelmaat. Neem de 2-megapixel camera van de iPhone, die bij lange na niet kan tippen aan de kwaliteit van digitale fototoestellen. Bovendien heeft de iPhone geen flitser of optische zoom. Wie op vakantie gaat, moet wel een losse camera meenemen om mooie kiekjes te maken.

Ook als mp3-speler is de iPhone niet ideaal. Tegelijkertijd muziek luisteren, e-mailen en websites bekijken is maar lastig. En er passen gewoonweg veel meer liedjes op een iPod. Bovendien gaat de accu van de iPhone niet lang mee. Wil je continu bereikbaar zijn, dan heeft een 'domme' telefoon de voorkeur.

Er zijn meer bezwaren. Zo zal volgens critici niemand kunnen wennen aan het touchscreen. Liever fysieke toetsen zoals op de dan populaire BlackBerry Curve of Palm Treo. Dat typt beter en is bovendien praktischer. Want stel je voor dat iemand met zijn ogen dicht muziek luistert en naar het volgende nummer wil skippen. Met echte toetsen kan dat op de tast, net zoals je vroeger blindelings een sms verstuurde op een T9-toetsenbord. Maar met de iPhone kun je niet voelen wat je doet; de ogen moeten open om te zien waar de softwareknoppen op het scherm zitten.

En dan de prijs: met 499 dollar is de iPhone gedoemd om een nicheproduct te blijven. Bovendien is de concurrentie van andere telefoonmakers als Nokia en Motorola moordend. Nee, Apple kan maar beter de stekker uit de iPhone trekken voordat het gezichtsverlies lijdt.

Vergelijken met het bekende

Acht jaar later is duidelijk dat de criticasters er volledig naast zaten. Apple verkocht bijna 75 miljoen iPhones in de laatste drie maanden van vorig jaar, iPhones die ook nog eens een paar honderd dollar duurder zijn dan het allereerste model. Ook de concurrenten van de iPhone zijn populair; bijna driekwart van de Nederlanders heeft inmiddels een smartphone.

Touchscreens zijn zo ingeburgerd dat alleen BlackBerry nog toestellen met een fysiek toetsenbord maakt. Van de iPod worden nog zo  weinig exemplaren verkocht dat Apple zijn mp3-speler niet eens meer noemt tijdens presentaties. En iPhone-foto's winnen zelfs prijzen bij de jaarlijkse fotowedstrijd van World Press Photo.

Dat critici in 2007 niet inzagen dat de iPhone de smartphonemarkt drastisch zou veranderen, is niet verwonderlijk. Een nieuw product kun je alleen vergelijken met wat je kent. Destijds waren Nokia's en BlackBerry's zonder aanraakscherm de standaard en kon je apps niet downloaden uit een online winkel.

Internetbankieren, videobellen of de tv bedienen met je telefoon leek onvoorstelbaar ver weg voor het gros van de mensen. Maar geleidelijk aan raken we gewend aan nieuwe technologie en verzetten we ongemerkt de bakens. Pas bij het doorlezen van oude recensies valt op hoe groot de denksprong is die we hebben gemaakt.

Kritiek op Apple Watch

Nu is er de Apple Watch , waar topman Tim Cook afgelopen week meer details over bekend maakte. En er zijn soortgelijke kritische geluiden te horen als bij de eerste iPhone. De software zou niet intuïtief zijn, de twee knoppen aan de zijkant verwarrend en het prijskaartje te fors: in bijna alle gevallen is de Apple Watch duurder dan een iPhone, terwijl het een accessoire voor de telefoon is.

Bovendien heeft Apple de belangrijkste vraag niet beantwoord: waarom zou je er een kopen? Het horloge kan zo’n beetje alles wat de iPhone kan, maar dan zonder dat je de telefoon uit je broekzak hoeft te halen. Een telefoontje aannemen, een bericht lezen, betalen met Apple Pay of inchecken voor een vlucht: het kan vanaf je pols.

Maar honderden euro's uitgeven om enkele seconden tijdswinst te boeken, lijkt een dwaze investering.

Smartwatch als mini-smartphone

Hebben de critici het weer mis? Dat is natuurlijk afwachten. Over een jaar of vijf is de balans pas definitief op te maken. Maar net als bij de eerste iPhone wordt de Apple Watch beoordeeld in het denkkader dat nu de overhand heeft. En in dat denkkader staat de smartphone centraal.

De Apple Watch en andere slimme horloges worden gezien als verlengstuk van de telefoon; een polsgadget om vluchtig de notificaties te zien die binnenkomen op de smartphone. Of om te dragen tijdens het sporten, zodat je de telefoon niet meer in zo'n plastic hoesje om je bovenarm hoeft te stoppen. De Apple Watch zien we als een mini-smartphone, die grotendeels hetzelfde kan maar dan een fractie sneller.

Maar is er iets dat we nu nog niet zien, net als bij de eerste iPhone? Is er een scenario waarin de smartwatch geruisloos een centrale rol in kan nemen in ons leven?

Frictie wegnemen

Wellicht. Neem bijvoorbeeld de volgende situatie. Je hebt je handen vol boodschappen en staat voor je eigen achterdeur. Normaal gesproken moet je eerst een stuk kaas, een pak melk en een zak aardappels op de grond zetten, te lang zoeken in je jaszak, de deur openen en alles weer oppakken. Met een smartwatch zou een 'slim slot' kunnen herkennen dat jij thuiskomt en de deur alvast ontgrendelen.

Hetzelfde geldt voor deuren op het werk of van auto's of hotelkamers. Betalen in de winkel doe je door je pols voor een apparaat te houden. En op het station kun je zo de trein inlopen, omdat je automatisch bent ingecheckt.

Afzonderlijk zijn al deze functies niet baanbrekend. Maar als je genoeg van deze kleine momenten van frictie wegneemt op een dag, kan dat bij elkaar opgeteld voor een groot verschil zorgen. Zodanig, dat we over vijf jaar misschien niet meer zonder smartwatch willen. De smartwatch kan de schakel worden tussen de digitale wereld en de fysieke wereld om ons heen.

Het is slechts één van de mogelijke scenario's. En zover is het nog niet. Eerst moeten er meer smartwatches in omloop zijn en meer sensoren en betaalterminals worden geplaatst. Wellicht komt de Apple Watch dan pas uit de verf, en lezen we de commentaren van critici met evenveel ongeloof terug als bij de eerste iPhone.